Afgelopen juli schreef Christophe De Vusser geschiedenis als eerste Belg die CEO werd van Bain & Company, een van de drie grootste consultancybureaus ter wereld. Vanuit zijn kantoor in New York leidt hij nu 19.000 medewerkers verspreid over 65 kantoren in 40 landen.
Hoe is een geboren Gentenaar, zoon van een kleuteronderwijzer en een arbeider bij Volvo Trucks, erin geslaagd om de absolute top te bereiken? Christophe De Vusser glimlacht. Met zijn onberispelijk grijs maatpak, bijpassend hemd en discrete kleurrijke manchetknopen, antwoordt de baas van Bain & Company: “Onze business is waarde genereren voor de klant en talent ontwikkelen. Al 24 jaar concentreer ik me bij Bain op dat doel: ervoor zorgen dat onze klanten uitzonderlijke resultaten behalen.” En dat heeft gewerkt. Sinds zijn aantreden in 2018 als hoofd van de regio Europa, Midden-Oosten en Afrika (EMEA) heeft hij de omzet verdubbeld. Die indrukwekkende resultaten verklaren deels zijn benoeming, maar er is meer. Volgens insiders zag De Vusser al vroeg de explosieve groei aankomen van private equity (niet-beursgenoteerde bedrijven, nvdr). “Hij heeft een uitzonderlijke prestatie geleverd. Het is ongelooflijk dat een Belg dit niveau bereikt in een van de Big Three van de consultancy”, zegt een specialist.
De Big Three – McKinsey, Boston Consulting Group (BCG) en Bain – zijn de absolute top van de strategische adviesbureaus. Ze adviseren de CEO’s van multinationals, ministers en andere wereldleiders. Nooit eerder stond een Belg aan het hoofd van een van die bedrijven. “Ik ben ook de eerste niet-Amerikaan aan het roer van Bain”, voegt De Vusser toe.
Van Maldegem tot Manhattan
Het begon allemaal in een kraamkliniek in Gent, in 1972. Of eigenlijk in Maldegem, een dorp dat verscholen ligt in het platteland tussen Brugge en Gent. “Daar ben ik opgegroeid.” Hij volgde middelbaar onderwijs in het nabijgelegen Eeklo en koos daarna voor polytechniek aan de Universiteit Gent, ‘Omdat ik goed was in wiskunde ‘.
Met zijn diploma burgerlijk ingenieur op zak startte hij zijn carrière bij Procter & Gamble (P&G), bekend van merken als Pampers, Ariel en Gillette. “Ik kocht wereldwijd chemische grondstoffen in voor de divisie schoonmaakproducten. Het was een fenomenale leerschool. Ik ben heel dankbaar dat ik al snel een belangrijke rol kon spelen in het bedrijf.” De Vusser gaat in Brussel wonen, “aanvankelijk uit praktische overwegingen” (Het hoofdkantoor van P&G ligt in Strombeek, nvdr), “maar ik woon er gewoon ook graag.”
In 2000, na een tijdelijke expatfunctie in Genève voor P&G, stapt hij over naar Bain & Company, na een telefoontje van een headhunter. Wat bedoeld is als een kort leertraject wordt een ware springplank. Twaalf jaar later leidt hij het Brusselse kantoor en zes jaar later de EMEA-divisie. Vandaag de dag beheert de Brusselaar, getrouwd en vader van twee kinderen, de 65 kantoren van Bain in 40 landen, vanuit een wolkenkrabber in New York. Met een strak schema. “Morgen ga ik van Brussel naar een van onze Europese kantoren en ontmoet ik verschillende klanten. Daarna keer ik terug naar de Verenigde Staten, vooral San Francisco, waar ik vergaderingen heb met onze belangrijkste technologische partners om te zien hoe we oplossingen kunnen bieden die nog betere resultaten opleveren voor onze klanten.”
“30% van de verzoeken van onze klanten heeft specifiek betrekking op AI”
Artificiële intelligentie (AI) is duidelijk een aandachtspunt. “30% van de verzoeken van onze klanten heeft specifiek betrekking op AI. We zien dat heel snel stijgen naar 50%. Wat we vaak zien is dat bedrijven de haalbaarheid van AI testen en zien dat het niet goed genoeg werkt, terwijl ze eigenlijk hun bedrijf moeten herdenken: wat bieden we onze klanten? Hoe beheren we onze workflows? En hoe werkt dat met de AI-technologie die over achttien maanden of drie jaar beschikbaar is? Hoe pas ik mijn organisatie aan? Dat is essentieel.” Het is een reflectie over de nieuwe technologie die niet alleen de klanten aangaat: “We werken ook aan onze eigen transformatie. We moeten ervoor zorgen dat dit een kans voor ons is en geen bedreiging. Onze klanten willen ook zien dat we voorop lopen bij de implementatie van AI. Dat we met hen mee veranderen.”
“Bedrijven moeten zeker niet denken dat de globalisatie snel zal terugkeren”
Het postglobale tijdperk
Naast kunstmatige intelligentie ziet Christophe De Vusser nog drie andere factoren die de komende jaren bepalend zullen zijn voor bedrijven: “Ten eerste de drievoudige energie-uitdaging: we moeten voldoende energie hebben, tegen een betaalbare prijs, en met een succesvolle overgang naar een koolstofarme wereld. Tweede punt: We leven in een postglobale wereld terwijl we opgegroeid zijn in een geglobaliseerde wereld.” Protectionistische maatregelen, herlokalisaties: het postglobale tijdperk komt eraan. Een tendens die een andere creëert: “De kosten van kapitaal zullen stijgen”, zegt De Vusser. “De verkiezing van Donald Trump is alleen maar de voortzetting van de postglobale trend. Bedrijven moeten hun plaats vinden in die nieuwe realiteit. Er zullen nieuwe beleidsmaatregelen worden genomen en elk bedrijf zal de gevolgen daarvan moeten afwegen. Onze rol zal zijn om onze klanten te helpen slagen in die omgeving. Wat zal dit precies betekenen? Niemand die het weet, maar bedrijven moeten zeker niet denken dat de globalisatie snel zal terugkeren, dat het terrorisme zal afnemen en dat de kapitaalkosten tot nul zullen dalen.”
Om die uitdagingen aan te gaan, is het wervingsproces een van de belangrijkste elementen. “De kwaliteit van onze medewerkers garandeert de loyaliteit van onze klanten. Als we de langetermijncompetitie voor talent winnen, winnen we de rest. Als je ervoor zorgt dat het werk inspirerend is, heb je geen problemen om mensen te vinden. En ons HR-systeem wordt wereldwijd erkend als een van de beste.”
Christophe De Vusser ontkent dat hij een race naar volume wil ontketenen. Maar zijn voorganger, Manny Maceda, verdubbelde in zes jaar tijd de omzet van Bain tot 6 miljard dollar. Dat zou de appetijt van de nieuwe CEO kunnen aanwakkeren, in lijn met de resultaten van de andere twee giganten, McKinsey en BCG, met respectievelijk 16 en 12,3 miljard dollar.