Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief

Abonnement Magazine

Erfenis onder druk

Een groeiend aantal Belgische familiebedrijven ziet zijn sleutelfiguren de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Deze familiale ondernemers stonden jarenlang garant voor stabiliteit, tewerkstelling en lokale verankering. De vergrijzing heeft ook impact op het individuele familiebedrijf. 

De vergrijzing vormt een groeiende uitdaging voor familiebedrijven. Doordat een steeds groter deel van ondernemers de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, komt de continuïteit van deze familiebedrijven onder druk te staan. De kern van het probleem: het aantal potentiële opvolgers krimpt, terwijl het aantal over te dragen familiebedrijven stijgt. Dit zet de klassieke familiale overdracht onder druk. Tegelijkertijd biedt deze demografische verschuiving ook vooral kansen voor vernieuwing en herstructurering. Filip De Clercq, begeleider van familiebedrijven bij hun overdracht (Fildor Corporate Finance), schetst een fundamenteel wijzigend speelveld door deze demografische verschuivingen.

Van piramide naar raket

Belangrijk om te begrijpen is dat het overgrote deel van de Belgische bedrijven familiebedrijven zijn. Afhankelijk van de gehanteerde definitie kom je op een cijfer tussen de 70 tot 90 procent van de bedrijven. Familiebedrijven zijn cruciaal voor de Belgische economie: ze vertegenwoordigen volgens professor Jelle Schepers (UHasselt) zowat 45 procent van de totale tewerkstelling en tekenen voor een derde van het BBP. 

De vergrijzing is een structurele trend die zich onontkoombaar doorzet. In 1950 was ongeveer 25 procent van de bevolking 55-plusser. Op vandaag is dat al 33 procent”, zegt Filip De Clercq. “De bevolkingspiramide evolueert naar een raketvorm, waarbij de onderkant, dus het aantal potentiële opvolgers, in de toekomst lager zal zijn dan het aantal overdragers. 

De Clercq benoemt drie hoofdredenen waarom familiebedrijven vandaag niet worden overgedragen maar verkocht aan derden. Er is geen (competente) opvolging binnen de familie, er is een dwingende permanente kapitaalbehoefte, en er is de personeelsproblematiek – aangewakkerd door diezelfde vergrijzing overigens.

Er zijn evenwel factoren die de denderende trein van de vergrijzing wat afremt. De technologische vooruitgang zorgt ervoor dat de behoefte aan menselijk kapitaal iets minder acuut wordt. Robotisering en automatisering zullen ervoor zorgen dat meerdere jobs niet langer door mensenhanden en “brains” hoeven ingevuld te worden. 

Deglobalisering

De globalisering van de afgelopen decennia heeft geleid tot een specifieke trend waarbij familiebedrijven werden verkocht aan internationale groepen. Hiervoor is er veel geld in omloop gebracht en is er op familiebedrijven gejaagd. Deze trend heeft bij veel familiale ondernemers de klik gemakkelijker gemaakt om een verkoop te overwegen in plaats van een opvolging. Terwijl in 2008 slechts 10 procent van de familiebedrijven een verkoop overwoog, was dat tien jaar later (2018) al gestegen naar zo’n 40 procent.

Uit onderzoek van het Agentschap Innoveren en Ondernemen van de Vlaamse overheid verwacht 56,6 procent de leiding van het familiebedrijf over te dragen binnen de vijf jaar. Zowat 22 procent zal dat doen binnen de twee jaar. Daarbij denkt bijna 48 procent aan een externe verkoop. Dat hoger cijfer zou – onder meer – te maken kunnen hebben met het gegeven dat ondernemers voor de lokroep van cash kiezen en hun kinderen niet willen opzadelen met de onzekerheid. Daartegenover staat dat de huidige marktonzekerheid en  -volatiliteit ervoor zorgt dat de due diligence processen nu veel professioneler worden gevoerd, wat leidt tot langere onderhandelingen. 

Filip De Clercq verwacht echter een dubbele kentering in het verkoopproces: “Ik denk dat het afremmen van de wereldwijde consolidatiebeweging voor een stuk de overnamemarkt van familiebedrijven gaat veranderen. Enerzijds zie ik een grotere rol voor regionale groepen en regionaal Private Equity: we zullen misschien niet meer verkopen aan een Amerikaanse of Aziatische groep, maar wel aan een Europese of een regionale Private Equity groep. Dat zal een ander speelveld worden dan de wereldwijde M&A-transacties zoals we die nu kennen. Anderzijds zie ik een evolutie naar clustering van familiebedrijven. Via fusie met een sectorgenoot kan men de band met de onderneming en de markt behouden en referentie-aandeelhouder worden van een groter geheel in een gekende markt. 

Waarde en rendement

Een meer regionaal getinte transactiemarkt, gedomineerd door “lokale” investeringsgroepen,  met lokale afzetmarkten kan leiden tot een andere vorm van waardering. Filip De Clercq ziet vanuit zijn praktijk dat drie elementen de overnameprijs bepalen; de grootorde van de geldbeugel van de koper, het maximale bedrag dat de bankier of andere financiële partij wil financieren en het deel dat verkoper uitgesteld wil ontvangen. 

“We staan voor een boeiende grondverschuiving

Hoe dieper de koper in zijn buidel wil tasten om het familiebedrijf en haar positie te verwerven, hoe hoger hij de EBITDA-multiple tilt in verhouding tot de koopprijs. De finale waardering van familiebedrijven zal zoals steeds blijven afhangen van vraag en aanbod. Voor het zakenpubliek betekent dit: anticiperen op een krapper wordende opvolgersmarkt, strategisch en intelligent omgaan met alternatieve kapitaalstructuren en oog hebben voor de kansen die technologische en regionale verschuivingen bieden. “We staan voor een boeiende grondverschuiving, je hebt het demografische, het technologische, en het economische. Ik kijk er alvast naar uit” aldus Filip De Clercq. 

Latest article