In Parijs opent de Fondation Cartier zijn nieuwe ruimte, onder leiding van de Belg Chris Dercon.
“De Fondation Cartier voor hedendaagse kunst is een uitzondering in het biotoop van deze stichtingen in Frankrijk (Vuitton, Pinault Collection, Lafayette Anticipations, Pernod Ricard, enz.) en Europa. Vanaf het begin biedt de collectie een dialoog tussen disciplines: kunstenaars, designers, architecten, geluidsmakers, wetenschappers, denkers. Onze inaugurele ‘Algemene Tentoonstelling’, de grootste in 41 jaar, presenteert 600 werken van de 4.500 verzamelde sinds 1984. Het sluit aan bij de traditie van de grote salons uit de 19e eeuw, met creaties van allerlei aard, van beeldhouwkunst tot mode, van tekeningen tot design“, stelt directeur Chris Dercon.
De tentoonstelling is opgedeeld in vier hoofdstukken: een tijdelijk architectuurlaboratorium (“Architectuur Machines”), een reflectie over levende werelden (“Être nature”), een experiment met materialen en technieken (“Making Things”), en vooruitziende verhalen die wetenschap, technologie en fictie vermengen (“Un monde réel”). Grazia Quaroni, co-curator van de collectie, noemt deze benadering “democratisch”.

Uniek concept
Het pand werd in 1854 gebouwd voor het Grand Hôtel du Louvre ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling. Tussen 1887 en 1974 was het de thuisbasis van het warenhuis Grands Magasins du Louvre, tussen 1978 en 2019 van het Louvre des Antiquaires, en nu voltooit architect Jean Nouvel de transformatie van het gebouw. Glazen gevels met ramen van 7 bij 3 meter geven het zijn transparantie. Om al deze kunstvormen te herbergen, biedt een schip van 85 meter lang, 13 meter breed en 11 meter hoog, ruimte met vijf stalen platforms variërend tussen 200 en 363 m2 en met een gewicht van 250 ton, die mobiel en modulair zijn over 11 niveaus, met in totaal 8.500 m2 ruimte waarvan 6.500 m2 tentoonstellingsruimte. Dit unieke systeem dat de ruimte transformeert bij elke expositie, met uitzicht op de straten Rivoli, Saint-Honoré, Marengo en het Palais-Royal plein vormt een ‘kijkmachine’, concludeert Chris Dercon: “Deze ruimte biedt meerdere configuraties, afhankelijk van de curatoren, de kunstenaars en de thema’s“. Op hetzelfde niveau communiceert de textielmuur van Olga de Amaral, Muro en Rojos, de laatste aanwinst van de Stichting, op afstand met de Belgische Agnès Varda en haar kat, L’arbre de Nini (2019), en Panamarenko met Panama, Spitzbergen, Nova Zemblaya (1996).
