Terwijl de Wereldtentoonstelling 2025 in Osaka in volle gang is, biedt het Belgische paviljoen – gecoördineerd door BelExpo, het Belgisch Commissariaat Generaal voor internationale tentoonstellingen – een verkenning van het thema “Human Regeneration”, geïnspireerd door de Japanse kunst van Kintsugi, die littekens waardeert als een integraal onderdeel van het genezingsproces.
Het project werd uitgevoerd door een consortium van vijf Belgische bedrijven. Onder hen speelde Profirst een centrale rol in de globale coördinatie, waarbij het zorgde voor evenementbeheer, het ontwerp van openbare ruimtes en logistiek.
Op visueel gebied heeft Dirty Monitor de meeslepende scenografie gerealiseerd door middel van videomapping-effecten. Tempora bouwde het verhaal op rondom de thema’s “React”, “Repair” en “Regenerate”, in nauwe samenwerking met de Belgische regio’s om verschillende benaderingen samen te brengen tot één verenigd verhaal. De projectietechnologie, essentieel voor het meeslepende effect, wordt geleverd door Barco, terwijl ShowTex Asia het paviljoen heeft aangekleed met textiele structuren om de ruimte tot leven te brengen.
Charles-Louis de Lovinfosse, hoofd van Corporate & Institutional Projects voor Profirst, neemt ons mee achter de schermen van het project.
Charles-Louis, wanneer begonnen jullie met de conceptontwikkeling voor het Belgische paviljoen?
We begonnen het creatieve idee voor het Belgische paviljoen te ontwikkelen tijdens de voorbereiding van de aanbesteding, namelijk in de eerste helft van 2024. Rond de tafel zaten alle actoren van het consortium en een aantal externe inspirators zoals Hoet&Hoet.
Onze voorstellen zijn altijd gebaseerd op diepgaande reflectie, zowel over de briefing als over de bruggen die we kunnen slaan tussen het thema en de uitvoering ervan. Voor het Belgische paviljoen ging het erom het centrale thema – gezondheid – dat zowel door de Wereldtentoonstelling als door België bepaald is, te illustreren. We kozen ervoor om dit thema via het idee van reparatie en verfraaiing van het natuurlijke te benaderen, belichaamd door de Kintsugi.
Hoe hebben jullie de coördinatie met de andere bedrijven en de regio’s beheerd?
De samenwerking tussen de leden van het consortium bracht natuurlijk verschillende persoonlijkheden, identiteiten en werkmethoden samen. Deze diversiteit was soms een uitdaging, maar was vooral een verrijking. Gedreven door een gezamenlijk doel – een ambitieus, creatief en inspirerend project opleveren – wisten we onze krachten te bundelen om België op een opmerkelijke manier op het internationale toneel te positioneren.
Wat was de grootste uitdaging bij het creëren van het paviljoen?
Een van de grootste uitdagingen was om een breed en gevoelig thema als gezondheid aan te pakken, en meer bepaald “Saving Lives” – een van de drie hoofdthema’s van Expo 2025. Dit onderwerp kan op veel manieren worden geïnterpreteerd. Elke Belgische entiteit die bij het project betrokken was, bood een eigen lezing aan afhankelijk van zijn prioriteiten: het federale niveau legde de nadruk op het Belgische ecosysteem van onderzoek en productie van vaccins. Vlaanderen koos ervoor de verschillende levensfasen en de verlenging ervan aan te pakken. Wallonië verkende het concept van de digitale tweeling. Brussel richtte zich op protheses die kunstmatige intelligentie bevatten.
Deze diversiteit aan benaderingen biedt een rijkdom, maar ook een echte uitdaging voor de coherentie. We moesten een verenigend verhaal creëren dat deze visies samenbracht en tegelijkertijd de karakteristieken van elk respecteerde. Het is in deze geest dat we de rode draad van het paviljoen hebben ontworpen: “Human Regeneration”, een traject in drie fasen – React, Repair, Renew – dat zowel de reactie, de reparatie als de vernieuwing belichaamt.
Tot slot was een andere fundamentele, maar even boeiende uitdaging het voorstellen van dit paviljoen in verband met het gastland, Japan. De Japanse cultuur, die erg verschilt van de onze, vraagt om een grote gevoeligheid en een echt aanpassingsvermogen.

Hoe kwam je op het idee om het principe van Kintsugi in het thema van de tentoonstelling te integreren? Waarom is deze filosofie belangrijk voor jullie?
Kintsugi gaat over het herstellen van een object door zijn barsten te accentueren, waardoor het sterker en mooier wordt. Deze parallel met gezondheid resoneerde meteen met ons. Het echoot de thema’s van het paviljoen, resoneert met de Japanse cultuur en biedt een sterke en evocatieve artistieke basis. Het stelde ons ook in staat om een coherent, krachtig en onmiddellijk herkenbaar grafisch universum te creëren.
Wat inspireerde de geboorte van Belubelu, de mascotte van het Belgische paviljoen? En wat zal er met hem gebeuren na de tentoonstelling?
Belubelu is ontstaan uit een kruising van kunstmatige intelligentie… en het lege blad. We startten vanuit het idee van de cel, de basis van het leven, om een kawaii-personage te creëren dat het wetenschappelijke discours kan verlichten en de bezoekers kan begeleiden met humor en emotie. Zal hij een leven hebben na de Expo? Misschien in de harten van bezoekers… of in de mascottehemel.

Hoeveel bezoekers verwachten jullie?
Bij volledige capaciteit kan het paviljoen tot 15.000 personen per dag ontvangen – een echte logistieke uitdaging. Vandaag verwelkomt het al dagelijks enkele duizenden mensen. De feedback is zeer positief, wat een goed bezoekersaantal voorspelt.
Wat zijn de verwachte gevolgen (economisch, wetenschappelijk) voor België van zo’n project?
We hebben nog weinig zicht op de directe en indirecte voordelen, maar één ding is zeker: dit paviljoen is een ambitieuze geste van de Belgische autoriteiten. Het positioneert België als een sleutelfiguur in de medische sector. We kunnen trots zijn op het beeld dat het uitstraalt: een krachtig, technologisch geavanceerd en creatief beeld, zonder ooit opzichtig te zijn. Het is een ruimte van emoties en ervaringen die niemand onverschillig zal laten.