Elke maand opent Forbes.be de deuren naar een selectie kunstgalerijen in België.
Xavier Hufkens presenteert Arch Future, een tentoonstelling van de Chileense Cecilia Vicuña.
De ruimte is omgevormd tot een bos van ruwe rode wol uit Argentinië. Deze Quipu Menstrual werd bedacht door de kunstenares in 2006, tijdens de verkiezing van de eerste vrouwelijke president van Chili, Michelle Bachelet. De draad van de quipu, een helend kunstwerk uit de Inca-traditie, roept beelden op van gletsjers en menstruatiebloed, symbolen van leven. Cecilia Vicuña ziet zichzelf niet als schepper, maar als overdrager. Voor elke quipu laat ze lokale handen helpen: hier 8 studenten van de Luca School of Art (Gent).
Een sprong vooruit in de tijd: haar schilderij Dance of Death, een dans van zwangere jonge vrouwen met verstrengelde lichamen, is geïnspireerd door een foto uit de jaren 1910, een ritueel van de Witoto stam, hard getroffen door kolonisatie. Cecilia Vicuña begon in de jaren 60 als dichteres en in de jaren 70 als schilderes. Na de staatsgreep tegen Allende in 1973 verloor ze haar werken en herinterpreteerde ze haar thema’s in ballingschap in Londen en New York.

Op ontroerende wijze herinnert ze zich: “Oorsprong en toekomst zijn synoniem met bestaan. Deze duizenden jaren oude wortels zijn noodzakelijk voor de toekomst van de mensheid.” Het teruggrijpen op haar verdwenen werken na haar vertrek uit Chili is een manier om zich in dit Arch Future, de titel van de tentoonstelling, te nestelen. “Na de staatsgreep werd mijn werk geannuleerd. Decennialang heb ik niets meer gedaan. Nu ik oud ben en mijn werk weer tot leven komt in de wereld, wil ik dat dit verhaal herleeft. Ik groeide op in een traditionele familie waar we veel naar de ouderen luisterden. Zonder dat zou ik niet hebben overleefd. Ze spreken altijd met ons mee. Mijn moeder is 100 jaar. Haar dansen, haar zingen en haar planten houden haar in leven.”
De Amerikaan Jeff Kowatch, met een atelier aan het kanaal van Vilvoorde, exposeert zijn Incantations bij galerie La Forest Divonne.
“Ik groeide op in Californië en woonde in New York. Toen ik in België aankwam, raakte ik in de war door het noordelijke licht: mijn schilderijen werden grijs. Toch zijn mijn favoriete schilders, Rembrandt en Vermeer, de meesters van die noordelijke kleuren.” In Brooklyn leerde Robert Doak, de meester van pigmenten, hem het organische medium maken dat Rembrandt in de zon liet indikken, zo soepel als honing. Tussen 1989 en 1994 begon Kowatch met het schilderen van de twaalf apostelen en de Triniteit. “Ik liet deze Maagden zonder titel, zodat de kijker voorbij de religie zou gaan. Ik heb lang zenboeddhisme beoefend, vier uur per dag gedurende vijftien jaar. Dat bracht mij van vaste ideeën naar vloeibaarheid. Mijn schilderijen vereisen een tot twee jaar werk, maar ontstaan uit een meditatieve improvisatie. Ik wil dat kunst drie elementen omvat: het materiaal, het onderwerp en de diepe ruimte van het onbekende, voorafgaand aan God, Boeddha of de gedachte.”

De titel van de tentoonstelling, Incantation, verwijst naar deze zenoefening: een schilderkunst van herhaling, van bijna pointillistische vibratie, van variatie die de kijker uitnodigt tot een meditatieve blik. De kleuren en contouren zweven zonder de rand aan te raken. “Ik wilde de sensatie van schetsen in mijn dagboeken bewaren, die tekeningen waar ik niet nadenk. Ik wil dat ze lijken op schetsen… die ik schilderijen noem.”