Sommige chique skigebieden in de Alpen hebben veel eerder dan andere gebieden ingezet op seizoensdiversificatie. In Verbier hebben lokale Belgische spelers als tussenpersoon gefungeerd en tal van initiatieven genomen.
De aanwezigheid van Belgische families in de meest begeerde uitlopers van de Alpen is niet nieuw. Geïnspireerd door de beelden van de ridderkoning Albert I die de toppen van Chamonix beklimt of door de romans van Frison-Roche die hen de smaak van het bergbeklimmen, gletsjers en 4.000 meter hoge toppen bijbrachten, waren de Belgen een van de eersten die hun koffers neerzetten op de toppen van Le Châble (Val de Bagnes, kanton Wallis), en meer bepaald in het centrum van Verbier.
De pioniers
“Ik kwam hier in 1958 aan. In die tijd was er maar één weg om in de kern van wat toen nog een gewoon boerendorp was te komen. Om bij de paar chalets te komen die al door buitenlanders waren gebouwd, moest je over onverharde paden rijden die alleen met een Unimog begaanbaar waren. Al heel vroeg hebben vooraanstaande Franstalige politici, waaronder Maurice Couve de Murville en Paul-Henri Spaak, de plek op de Europese kaart gezet. In 1968 stond ik aan de basis van de oprichting van de lokale vereniging van sneeuwhotels en vervolgens van chaletbezitters. Dat was een primeur in de regio. Die vereniging bestaat nog steeds met vandaag 800 leden, al waren het er ooit 1.200”, herinnert André Guinnard zich, een iconisch figuur in het dorp. Hij zag Verbier meer dan een halve eeuw evolueren en stond via een honderdtal openbare en particuliere initiatieven, onder meer in de vastgoedsector, mee aan de basis van de ontwikkeling.

Al snel kregen deze eerste buitenlandse bewoners het gezelschap van tal van families die na de onafhankelijkheid van Congo haastig uit Afrika waren vertrokken en vaak een kluis in Genève of Lausanne hadden. Zij raakten al snel in de ban van de zon, de beschutting tegen de wind, het unieke natuurlijke amfitheater van Verbier en omgeving, maar ook van de taal en de goede bereikbaarheid per trein of auto. Een bijkomende, vaak vergeten reden speelde toen ook mee: Verbier was van oudsher een katholiek parochie, in tegenstelling tot de meer chique skioorden in Duitstalig Zwitserland.
“Mijn moeder runde de wasserij in het centrum en kwam dus veel in contact met Belgische families van het eerste uur, die vaak een adellijke titel hadden. Onder hen was er een zeer invloedrijke gravin, mevrouw Grosjean. Ze had een chalet achter de protestantse kerk. In die tijd was ik de eerste patrouilleur geworden van Téléverbier, het bedrijf dat een halve eeuw geleden het kleine skigebied beheerde en dat vandaag is uitgegroeid tot het grootste particuliere skiliftbedrijf van Franstalig Zwitserland. Ik was verantwoordelijk voor het opwekken van lawines op de post van Mont Gelé toen mevrouw Grosjean daar haar been brak. Het kostte me vier uur om haar veilig naar beneden te brengen. De dappere dame is hier tot het einde gebleven, helemaal alleen in haar chalet. Ik herinner me ook hoe burgemeester Roux vanaf 1975 aandrong op een duidelijke voorkeur voor klanten uit de Benelux, ten koste van de Britten, die hier een parallelle markt wilden uitbouwen naast de lokale hotels, zoals ze elders in de Alpen hadden gedaan. Met de hulp van de gemeentepolitie hebben we de toeristische groei, die toen in een stroomversnelling kwam, afgeremd en bewust gekozen voor kwaliteit boven kwantiteit. Een van de initiatieven waar ik het meest trots op ben, is de invoering van gratis openbaar vervoer in het hele skigebied in 1986. Om de gemeente te overtuigen, heb ik zelf twee jaar lang het verlies bijgepast… met reclame-inkomsten op de zes bussen”, aldus André Guinnard, die zichzelf overigens de titel van eerste echte vastgoedexpert van Wallis toekent.
Vooraanstaande Belgische families
We nemen met tegenzin afscheid van Guinnard – we hadden zijn laatste boek graag nog even doorgenomen – om samen met enkele lokale Belgen de cafés in het centrum te verkennen. Aan tafel vallen bekende namen, zoals de Berghmans (Lhoist-groep). Hun chalet is een van de meest imposante en bekende omdat de koninklijke familie er regelmatig verblijft tijdens hun winterverblijf. Andere vaak genoemde families zijn Van Damme (AB InBev), Boël, Van Boisen (Spadel), de Spoelberch, Lippens, Boone (Lotus Bakeries), Michiels (Restauration Nouvelle) of notaris Delange, die getrouwd is met een erfgename van het prestigieuze Zwitserse horlogehuis Piaget. Hun kinderen leerden skiën, en Engels, op de pistes van Verbier, lang voordat het wereldwijde faam verwierf. En ook de voorzitter van de in 1998 opgerichte Association des Amis de Verbier, André Gorgemans, is een Belg.
Door de jaren heen zijn de meeste families gegroeid, waardoor de oorspronkelijke chalets te klein werden om iedereen tegelijk te herbergen tijdens het hoogseizoen in de winter. Vakanties waren toen nog strikt gebonden aan de kalender van religieuze feestdagen en werden nog niet het hele jaar door genomen. Sommigen verkochten hun chalet voor een hoge prijs verkocht en hebben daar soms spijt van, zoals een Belgische familie die onlangs haar historische chalet voor meer dan 20 miljoen Zwitserse frank van de hand deed aan een Turkse koper. Anderen, die de middelen hadden en hun hart aan de ruige toppen van deze regio hadden verpand, kochten groter. De derde generatie, die inmiddels zelf vermogend zijn geworden, keert terug naar Verbier, op zoek naar een eigen stek.
Een te populair skigebied in de winter?
“Maar sinds de invoering van de federale wetten-Koller (1997) en -Weber (2012), die de markt voor tweede verblijven de afgelopen tien jaar verstikten, mogen buitenlanders nog slechts één woning bezitten van maximaal 200 m2 op de Zwitserse markt voor tweede woningen en mag er niets nieuws meer worden gebouwd op deze nichemarkt in de bergen. Bovendien geldt er een nationaal plafond: jaarlijks mogen slechts 1.420 tweede verblijven te koop worden aangeboden. Dat zet een flinke rem op de markt en stuwt tegelijk de prijzen van de meest exclusieve panden omhoog. Op de nieuwbouwmarkt is de prijs per vierkante meter sinds de subprimecrisis gestegen van 10.000 naar 40.000 Zwitserse frank”, legt Rachel Besson Gasser uit. Zij leidt al 21 jaar een van de oudste lokale makelaarskantoren en is sinds kort exclusief partner van Christie’s International Real Estate (SPG One).
Verbier prijkt dan ook in de top vijf van skigebieden met de hoogste vastgoedprijzen ter wereld, net na Aspen, Courchevel 1850 en Val d’Isère en als eerste Zwitserse skioord, nog vóór Sankt Moritz en Gstaad (The Ski Report Winter 2024-2025, Savills). Volgens Rachel Besson Gasser zijn het allang niet meer de Belgen die de dienst uitmaken op het lokale Monopolybord. Na opeenvolgende golven van Engelse, Scandinavische en Russische kopers zijn het nu vooral de astronomische bedragen zelf die de markt vormgeven. Het vastgoedspel is internationaler en elitairder geworden. Ook Zwitsers, veelal welgestelden uit Fribourg en rond het Meer van Genève tonen almaar meer interesse. Ze worden aangetrokken door het unieke freeride-aanbod dat reikt tot 3.300 meter hoogte, en dat van november tot eind april gegarandeerd sneeuwzeker is. Dankzij een efficiënt netwerk van liften zijn het skigebied 4 Vallées en het station van Le Châble bovendien naadloos met elkaar verbonden.
Gedomicilieerd, gelukkig en het hele jaar actief
Aan de voet van de pistes, waar het netwerk van skiliften richting het skigebied van Verbier vertrekt, springt een enorme advertentie van het Belgische bedrijf Odoo in het oog. Dat is veelzeggend, want het resort wil het hele jaar door leven en zich profileren als een internationale uitvalsbasis voor ondernemers. Sommigen van hen strandden hier onbedoeld tijdens de lockdown die in maart 2020 in heel Europa werd afgekondigd vanwege de coronapandemie… en vertrokken pas drie maanden later, inmiddels gewend aan een leven van telewerk in de bergen.
Sindsdien werd er geleidelijk geïnvesteerd in infrastructuur en initiatieven om Verbier ook buiten het skiseizoen aantrekkelijk te maken. Aan de wieg van dat nieuwe aanbod – dat werk en verblijf wil combineren – staan onder meer Belgische ondernemers en een Nederlander. Die laatste is sinds 2023 afgevaardigde voor economische promotie van de gemeente Val de Bagnes, waar Verbier deel van uitmaakt. Als kind logeerde hij als toerist bij zijn oom, die een tweede verblijf had in het dorp. In 2016 vestigde hij zich eerst als marketingconsultant in het dal, maar vlak voor de eerste lockdown besloot hij in hartje Verbier een coworkingruimte te openen. Intussen baat hij die al zeven jaar uit.
“Ik heb hier al heel wat profielen leren kennen, van de 1.291 bedrijven die de gemeente telt tot ondernemers die zich hier willen vestigen. Sinds de pandemie is telewerken echt ingeburgerd geraakt in de bergen, en dat blijft zo. Mensen zijn creatiever, blijven langer, en spreiden hun verblijven meer over het jaar. Die evolutie was broodnodig, want van de ongeveer 11.000 woningen in de gemeente zijn 54% tweede verblijven – Zwitsers of buitenlandse eigenaars – die buiten de winter amper worden gebruikt. Tegelijk bestaat 29% van de permanente bevolking al uit buitenlanders, waaronder 182 officieel gedomicilieerde Belgen. Voor Europeanen is het relatief eenvoudig om hier een economische activiteit op te starten, zolang je een solide businessplan kunt voorleggen”, benadrukt de afgevaardigde. Hij verwijst daarbij onder meer naar Yaska Switzerland, een jong bedrijf (2021) dat informaticasystemen voor bedrijven ontwikkelt, opgericht door de Belgische ondernemer Julien Vander Straeten.

Onder deze Belgen, die al jarenlang zeer actief zijn in het hart van het skioord, bevinden zich onder meer Pierre-Henri Bovsovers en Gérald Maraite, de bruisende directeuren van de hotels W by Mariott (de hotelgigant van het skioord) en het Bristol Verbier, twee van de slechts drie etablissementen die het hele jaar door open blijven. De Bristol, actief sinds de jaren ‘70, ontvangt trouwens veel actieve Belgen. De eigenaar, een notariszoon afkomstig uit Malmedy, gaat al tien jaar om met de lokale Belgen: “We verwelkomen ook mensen voor langere verblijven, zoals eigenaars die hun tweede verblijf renoveren, of architecten en vaklui die in de regio aan het werk zijn”, zegt Gérald Maraite, die ook het restaurant Taratata uitbaat, een onmisbare ontmoetingsplek in het dorpscentrum.
We nemen de nieuwe kabellift naar beneden, die het centrum van Verbier verbindt met Le Châble, en ontmoeten daar opnieuw een Belg die het hele jaar door actief is in de regio. Grégory Winssinger raakte als kind al gefascineerd door vastgoed en trad later in de voetsporen van zijn vader Philippe. Al in een vroeg stadium geloofde hij in het potentieel van de digital nomad, die hij sinds 2013 in de streek ziet opduiken, waar ook zijn zus woont. Onlangs opende hij samen met zijn vrouw in Le Châble een kleine coworking-colivingruimte voor korte en middellange verblijven. Het concept, SoHome Living, werd opgericht in samenwerking met een andere Belg, Antoine Henrion, oogstte ook al succes in Lissabon (30 kamers). Binnenkort volgt uitbreiding naar Lausanne. Het vond al snel een hybride klantenkring.

“Er verblijft hier een Amerikaanse creatieve professional die bijna elke ochtend gaat skiën voordat hij zijn laptop opent”
“Onze huurders zijn jong en minder jong, van alle nationaliteiten en het hele jaar door. Zo verblijft hier momenteel een Amerikaanse creatieve professional die zijn werktijden moet afstemmen op die aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Bijna elke ochtend gaat hij eerst skiën voordat hij zijn laptop opent. Hij neemt de kabellift vlakbij en heeft tien minuten later toegang tot het hele skigebied, met zijn ski’s aan, zonder dat hij een parkeerplaats hoeft te zoeken en daarvoor veel geld hoeft te betalen.” Zoals gezegd, ook in Verbier gaat alles snel en veel Belgen hebben dat goed begrepen.


