Sinds het faillissement van de Luxemburgse holding van Altro Finance & Insurance (AFI Lux) is de stof neergedaald en worden de aanvullende schadeposten duidelijker. Sommige benadeelde institutionelen bereiden momenteel hun juridische stappen voor.
Al meer dan 15 jaar speelt Dominique Dejean behendig in op de behoeften van zijn particuliere en institutionele klanten, met een uitgebreide service die varieert van successieplanning tot autoverzekeringen, vastgoed, levensverzekeringen en burgerlijke aansprakelijkheid.
Hoewel de naam Wilink insurance vandaag de dag goed bekend is bij het Belgische publiek, zijn de namen van de twintig andere bedrijven opgericht door Dominique Dejean en zijn partners rond de ‘nevel’ van AFI dat minder. Sommigen hebben bij sommige particuliere beleggers slechte herinneringen achtergelaten, evenals bij institutionele beleggers zoals Securex of La Patronale, partners zoals Century 21, of makelaars die aandelen ontvingen in ruil en die nu verdwenen zijn.
Bovendien hebben we het partnerschap -gelukkig- vanaf 2020 aangegaan met LFPI, een dochteronderneming van het Franse Lazard, die destijds Wilink insurance en Elitis Protection overnam, twee operationele bedrijven van de groep ondergebracht bij de holding Copawin, en die winstgevend blijven met een gezonde herkapitalisatie die in 2024 wordt gepland.
Tegenwoordig beweert de leiding van LFPI te lijden onder een historische samensmelting gerelateerd aan de problemen van de voormalige meerderheidsaandeelhouder. Maar los van die overname beklemtoonde Dominique Dejean, destijds CEO van Wilink, nog: “De Belgische verzekeringsmakelaardij biedt veel groeimogelijkheden. Deze samenwerking stelt ons in staat om de leidinggevenden van Wilink mede-eigenaar te laten worden.” Tegelijkertijd kondigde hij de overname aan van het Brusselse makelaarskantoor Real Life (Vincent Biron).
Hoe heeft het zover kunnen komen?
Hoewel de actieve overname van portefeuilles van verzekeringsmakelaars theoretisch winstgevend blijft, is dat veel minder het geval als je de beheerslast toevertrouwt aan een zware en kostbare managementstructuur. Het wil zelfs helemaal niet meer lucratief zijn als je investeert in risicovolle nevenactiviteiten, zoals IT met Ellips of actuariaat met Forside, waarvan één failliet is en de ander momenteel inactief is.
Het probleem is waarschijnlijk dat Dominique Dejean te snel te groot wil worden. Hij koopt portefeuilles op zonder serieuze audits uit te voeren van deze portefeuilles. En terwijl veel van deze portefeuilles klanten en waarde verloren na overname, laat hij ze vaak herwaarderen door gegoede maar scrupuleuze accountants.
Gesterkt door vaak opgeblazen en ingewikkelde balansen, is Dejean er lange tijd in geslaagd om investeerders te interesseren om bij te dragen aan de financiering van zijn talrijke projecten, terwijl hij een geheel van onderling afhankelijke holdings opstelde die alleen hij begreep. Om investeerders naar een ogenschijnlijk florerende tak te trekken, presen teert men deze dan met een overgewaardeerd actief en eigen vermogen dat vaak gewoon omzettingen van onderlinge schulden in kapitaal zijn.
Dankzij zijn evidente charisma kon Dejean al in 2012 de Vlaamse groep BFO (Stefaan Vallaeys) en twee jaar later de Waalse groep FINB (Christophe Dister) in zijn netten lokken. In 2017 trachtten Dejean, samen met Vallaeys en Dister, ook lid te worden van het netwerk Century 21 om te profiteren van een activiteit die de vastgoedtak van de AFI-groep aan haar diensten moest toevoegen.
En vandaag?
Vandaag laat FINB -nu AFI Belgium- een bittere smaak achter bij de voormalige historische partners van Christophe Dister: allen -behalve hij- hebben hun volledige aandelen verloren bij de verkoop aan het Franse LFPI. Daarvoor, onder het mom dat het gezonder en winstgevender was om alle aandeelhouders onder hetzelfde dak te hebben, kregen de bestuurders alle minderheidsaandeelhouders van AFI Belgium zover om hun aandelen naar AFI Luxembourg te verplaatsen ‘om hen bij verkoop geen verantwoording schuldig te zijn’.
Christophe Dister slaagde er overigens in om op discrete wijze een aanzienlijk deel van zijn kapitaal terug te winnen voordat hij zich uit zijn bestuurlijke rol terugtrok, slechts drie dagen na de verkoop aan LFPI. Tijdens deze laatste transactie werden de 24 miljoen euro die door de Fransen op tafel werden gelegd gebruikt om 11 miljoen aan onderlinge schulden af te betalen, terwijl het restant van 13 miljoen werd toegewezen aan uitzonderlijke, niet-recurrente lasten. Anders gezegd, sommigen werden goed uitbetaald terwijl het schip langzaam maar zeker zonk.
Subtiel benige vrijgevigheid…
Een andere opmerkelijke boekhoudkundige kwestie: de verkoop aan LFPI vond plaats op basis van een waardering van de twee bedrijven Wilink insurance en Elitis Protection voor een nominale waarde van 44 miljoen euro, terwijl de accountants de aandelen toen op… 77 miljoen euro waardeerden.
Deze aanzienlijke waardevermindering moest logisch genoeg worden vastgelegd… en heeft uiteindelijk Dominique Dejean in staat gesteld om faillissementsaangiften in België en Luxemburg in te dienen, waardoor hij het organisatieschema kon vereenvoudigen en bepaalde schulden kon aflossen. Maar men kan zich terecht afvragen wat Dejean ertoe bracht om vrijwillig faillissement aan te geven terwijl geen enkele schuldeiser hem op dat moment onder druk zette.
Bij deze subtiel georkestreerde transactie zorgde de betrokken partij er echter voor dat bepaalde aandelen werden veiliggesteld, die later kunnen worden gewaardeerd op 1,5 miljoen euro, waarbij sommige trouwe managers niet werden vergeten in de operatie. Beter nog: deze aandelen vallen niet onder de beperking van een interne rendementseis van 10% (die tijdens de verkoop werd overeengekomen), die momenteel de waarde drukt van de nog bestaande aandelen in AFI Belgium.
Ten slotte is het belangrijk te vermelden dat dezelfde Dejean nog steeds de eigenaar is van 1,4 miljoen aandelen in de eerder genoemde holding Copawin, die de activiteiten van Wilink Insurance en Elitis Protection bezit. En dat is nog afgezien van wat er uiteindelijk zal overblijven van de liquidatie van AFI Belgium, die op het laatste moment werd uitgesteld door enkele minderheidsaandeelhouders en de eigenaar van de voormalige ‘bank’-activiteiten van de groep onder de naam Crelan.
Er kwam deze week nog naar buiten dat de leiding van deze laatste, bezorgd over hun imago, AFI Belgium dwong om hun vier agentschappen in Gent, Sint-Lambrechts-Woluwe (Stokkel), Jette en Aarlen tegen een prijs bepaald door Crelan, die aanzienlijk lager is dan de waarde van de historische portefeuille onder beheer, over te dragen aan de huidige managers.
… en nietsontziend voor de rest
Daarentegen voelen verschillende institutionele partners en vooraanstaande kredietverlenende instanties zich vandaag bijzonder benadeeld in alle niveaus van de failliete Luxemburgse holding. De verzekeringsmaatschappij La Patronale is bijvoorbeeld ondergebracht in een Belgische holding genaamd Belinda, die nu failliet is verklaard en een schuld heeft van 3,5 miljoen euro. Wallonie Entreprendre probeert niet minder dan 6 miljoen euro aan leningen terug te vorderen, net als Securex, die ook op het niveau van Trinity Equity is ondergebracht en momenteel 5 miljoen euro onbetaald heeft staan. Talloze beleggers die contracten hadden afgesloten met Elhena, BFO, AFI Luxembourg, Trinity Equity of Luxoza hebben ook hun verlies moeten nemen.
Om volledig te zijn, moeten we ook de dozijn originele partner-makelaars noemen die hun historische aandelen aan Christophe Dister en Dominique Dejean hadden toevertrouwd. Het is trouwens belangrijk om terloops nog even te benadrukken dat deze collega’s van Wilink Insurance bijzonder professioneel zijn, nu ze door de eersten zijn afgepoeierd en momenteel behoorlijk verontwaardigd zijn.
Beroep doen op de bestuurdersaansprakelijkheid
“We bevinden ons in de wereld van de makelaardij en meer specifiek van bestuurders aansprakelijkheidsverzekeringen (verzekeringsrecht). Net als een autoverzekering kan een bedrijfsleider zich laten verzekeren om eventuele gemaakte fouten te dekken. In plaats van te beginnen met denkbeeldige, dure en eindeloze rechtszaken, verenigen sommige direct gedupeerde partijen in dit complexe dossier zich momenteel om op de verschillende betrokken niveaus beroep te doen op de bestuurdersaansprakelijkheid bij de verzekeringsmaatschappijen die deze risico’s dekken.”