Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief

Abonnement Magazine

De “redelijke” leider in een ander daglicht

Er is een reden waarom het vertrouwen in het politieke discours vandaag in een crisis verkeert. Aan de ene kant heb je mensen zoals Trump, die ongegeneerd toegeven dat ze onverschillig staan tegenover de waarheid. Aan de andere kant heb je leidinggevenden en managers die kil en ondoorzichtig praten onder het voorwendsel dat de werkelijkheid complex is. Onder de dekmantel van zijn perfecte beheersing van cijfers en acroniemen presenteert het staatshoofd-manager zichzelf typisch als de stem van de rede. Zijn houding lijkt onweerlegbaar en dat stelt hem in staat om alle tegenwerpingen af te doen als irrationeel. 

Zijn houding verraadt echter twijfelachtige vooringenomenheid. Een dergelijke leider neemt vaak zijn toevlucht tot rationalisatie, niet tot rede. Zoals de socioloog Edgar Morin het zegt, komt dat neer op het produceren van “logische constructies gebaseerd op valse of onvolledige premissen”. 

Wanneer de Franse presidentiële meerderheid bijvoorbeeld een pensioenhervorming rechtvaardigt, stelt ze dat voor als een absolute economische noodzaak en beweert ze dat er geen andere manier is. Ze rationaliseert op basis van de veronderstelling dat het in evenwicht brengen van de begroting plotseling voorrang heeft op alle andere overwegingen, terwijl die hiërarchie van prioriteiten een politieke keuze is. 

Kortom, door de rede als instrument te gebruiken, wordt Trump uiteindelijk een “antiredefiguur”. Het toppunt. Door de waarheid te reduceren tot één enkele interpretatie van de wereld, namelijk de zijne, die zogezegd “redelijk” of “pragmatisch” zou is, stelt hij zijn waarheid voor als dé waarheid. 

Als je die redenering doortrekt, zou je zelfs kunnen zeggen dat hij dezelfde codes hanteert als de retoriek die hij wil bestrijden, maar dan zonder het talent van een Amerikaans president om de werkelijkheid te vervormen. Zijn zelfverklaarde rationalisme is niet zo verleidelijk en perfomatief als simplisme. Hij ontmenselijkt ons, want hij lijkt ons eerder te beschouwen als menselijke hulpbronnen dan als menselijke wezens. 

Emmanuel Macron lijkt bijvoorbeeld eerder te werken voor de nv Frankrijk dan voor het Franse volk. Hetzelfde geldt voor Ursula von der Leyen en de huidige leiders van Europa. In zekere zin wekken ze de indruk te werken voor een verheven abstractie, een idee, dat mijlenver verwijderd is van de realiteit die burgers ervaren. Hun woordenschat lijkt cryptisch en hun machtspraktijk ondoorzichtig. Ze verschuilen zich achter beslissingen die ze als pragmatisch presenteren, terwijl ze in feite ideologisch zijn. 

“In tegenstelling tot Trump gaan Macron en von der Leyen niet expliciet uit van hun dogma’s 

In tegenstelling tot Trump gaan zij niet expliciet uit van hun dogma’s. En toch, door hun keuzes als vanzelfsprekend te vermommen, voeden ze het wantrouwen dat dit type bestuur net zou moeten vermijden. Als leiders de rede werkelijk hoog in het vaandel dragen, moeten ze dan niet meer politieke moed aan de dag leggen door voor elke zogenaamd “redelijke” beslissing duidelijk te maken op welke hypotheses die gebaseerd is en op die manier het wantrouwen in de democratie tegen te gaan?  

Latest article