Tweede deel van ons portret in twee afleveringen (vind het eerste deel van deze tweeluik hier) van de beroemde galerijhouder Albert Baronian. Een steunpilaar van de Belgische beeldende kunst sinds de jaren 70, hij is uitgegroeid tot een zeer actieve curator. Sinds 2024 is Albert Baronian aan een tweede leven begonnen. In de afgelopen twee decennia breidde zijn galerij zich uit: van 2002 tot 2012 werd het de galerij Baronian-Francey, na zijn samenwerking met Edmond Francey, die zijn carrière begon bij Yvon Lambert, een historische Parijse galerijhouder, en grote tentoonstellingen organiseerde in Londen (“Picasso, kunstenaar van de eeuw” en “Joan Miro, een retrospectief”). In 2018 werd Albert Baronian onderscheiden met de Orde van Leopold. Van 2018 tot 2021 ging hij een nieuwe samenwerking aan met een andere historische galerijhouder, Renos Xippas, onder de naam Baronian-Xippas, in Brussel en Knokke. Sinds eind 2023 is hij ook een zeer gevraagde curator geworden. In december, voor de heropening van het Centre Wallonie-Bruxelles in Parijs, is hij curator van de tentoonstelling “Hérétiques”, waarin vijftien opkomende kunstenaars van de Frans-Belgische scène worden samengebracht. In juni 2024, op Art Basel, de grootste hedendaagse kunstbeurs ter wereld, ontving hij van de Federation of European Art Galleries Associations (FEAGA) de Lifetime Achievement Award.
Na de galerij
In december 2024 kondigde hij de sluiting van zijn galerij aan. En toch, op bijna 80-jarige leeftijd, is hij misschien nog nooit zo productief geweest. In september nodigde het Centre d’Art Bonisson in Rognes, in het zuiden van Frankrijk, hem uit om kunstenaars te exposeren die hem zijn hele carrière bijstonden: Olivier Mosset, Lionel Estève, Charlotte vander Borght en Alain Biltereyst. Deze zomer cureerde hij bij QG (Knokke) “Tra Terra e Concetto”, gewijd aan de Arte Povera. Tegelijkertijd organiseerde hij in Parijs, bij galerijhouder Alexis Lartigue, aan de Avenue Matignon, de tentoonstelling “Anstractions Croisées”, met twee mid-career kunstenaars, de Duitser Max Frintrop en de Belg Jean-Baptiste Bernadet, en een figuur uit de 20e eeuw, Hans Hartung. Begin november opende hij in de CAB Foundation (Saint-Paul de Vence), opgericht door de Belgische investeerder Hubert Bonnet, een tentoonstelling genaamd “Convergenties”, gewijd aan enkele oude en nieuwe figuren van het minimalisme. De nieuwe fase verwelkomend, blik hij terug op twee kunstenaars die een unieke plaats in zijn carrière hebben ingenomen: „Ik zou twee namen onthouden. De oudste kunstenaar met wie ik werk, die een echte vriend is geworden, is de Italiaan Gilberto Zorio, een van de meesters van de Arte Povera. Een andere die me erg heeft geraakt, omdat ik hem vanaf het begin heb begeleid, toen hij wees was en ik me bijna als een vader voor hem voelde, is de Belg Michel Frère, die de enige kunstenaar in mijn carrière blijft voor wie ik altijd een wachtlijst had.”
