De Chinese auto-industrie neemt wereldwijd een steeds belangrijkere positie in. Terwijl de meeste aandacht uitgaat naar elektrische voertuigen, werken verschillende fabrikanten aan een tweede groeipijler: uiterst zuinige benzinemotoren.
Met modellen die rond de 4 liter per 100 kilometer verbruiken, willen merken zoals Chery, Geely en Great Wall markten aanspreken waar elektrisch rijden nog beperkt haalbaar is. Deze strategie combineert technologische innovatie met een scherp prijsniveau en speelt in op regio’s waar betaalbaarheid en autonomie zwaarder wegen dan elektrificatie.
Nieuwe strategie naast het elektrische offensief
Hoewel China de grootste producent van elektrische auto’s ter wereld is, blijft de verkoop van voertuigen met verbrandingsmotoren in veel regio’s dominant. Daarom proberen Chinese merken zoals Chery, Geely en Great Wall hun bestaande verbrandingsmodellen efficiënter te maken.
Het doel sluit aan bij nationale regelgeving. Volgens de Oxford Energy/Chinese Climate Policy Database streeft China tegen 2025 naar een gemiddelde brandstofefficiëntie van ongeveer 4 liter per 100 kilometer voor nieuwe auto’s. Dat beleid moet zowel de uitstoot beperken als de binnenlandse industrie concurrerend houden.
Technologische aanpassingen
De verbeteringen komen niet alleen van kleinere motoren. Fabrikanten combineren lichtgewichtmaterialen, aerodynamische ontwerpen, verbeterde turbo- en verbrandingstechniek en mild-hybridesystemen van 48 volt. Zulke technologie verlaagt het verbruik zonder hoge productiekosten.
Volgens analisten is deze aanpak vooral bedoeld voor markten waar laadinfrastructuur ontbreekt en brandstofprijzen een grote rol spelen. In landen in Zuidoost-Azië, Afrika en delen van Zuid-Amerika kunnen compacte, zuinige benzinemodellen een aantrekkelijk alternatief zijn voor dure elektrische voertuigen.
Economische context en exportdruk
De Chinese auto-industrie kampt tegelijk met overcapaciteit. Een onderzoek van Reuters beschrijft hoe de productiecapaciteit de binnenlandse vraag overstijgt en fabrikanten naar exportmarkten uitwijken. Geely-topman Li Shufu waarschuwde eerder voor “serieuze overcapaciteit” in de wereldwijde automarkt.
Door de ontwikkeling van zuinige modellen hopen Chinese merken hun productie efficiënter te benutten en beter in te spelen op lokale regelgeving buiten China. Lagere verbruiksnormen kunnen hun exportpositie versterken zonder dat consumenten overstappen op volledig elektrische voertuigen.
Balans tussen kosten en transitie
De strategie toont een pragmatische benadering van de energietransitie in de mobiliteit. Terwijl westerse merken zich richten op volledige elektrificatie, zoeken Chinese fabrikanten naar kostenefficiënte oplossingen die wereldwijd toepasbaar zijn.
Of de beloofde 4 liter per 100 kilometer in de praktijk wordt gehaald, hangt af van rijomstandigheden en meetmethoden. Toch is duidelijk dat China zijn technologische en industriële capaciteit gebruikt om ook de traditionele verbrandingsmotor te vernieuwen en daarmee opnieuw de toon te zetten in de internationale automarkt.
Lees ook: Zes Chinese merken die de wereldwijde auto-industrie veranderen