Inschrijven nieuwsbrief

Inschrijven nieuwsbrief

Abonnement Magazine

De elektrische desillusie: het enthousiasme van autofabrikanten botst op de realiteit

Lang beschouwd als een onvermijdelijke revolutie, lijkt de elektrische auto nu in een turbulente fase beland. Europese autofabrikanten pleiten voor een vertraging van het Europese tijdschema, verwijzend naar een te geringe vraag en regelgeving die losstaat van de praktijk. De beloofde soepele en snelle transitie blijkt fragieler dan verwacht.

Jarenlang waren autoshows het toneel van overdreven elektrisch optimisme. Merken kondigden aan volledig elektrisch te zijn tegen 2030. Maar nu veranderen de speeches subtiel, zelfs als er nog steeds nieuwe “geëlektrificeerde” modellen worden onthuld. Opel heeft al haar 2028-doelstelling voor volledige elektrificatie laten vallen, Stellantis past haar ambities aan en BMW stelt voor om de CO2-neutraliteitsdoelen naar 2050 uit te stellen in plaats van naar 2035. “De Europese doelstellingen moeten pas in 2050 en niet in 2035 worden gehaald. Anders kan de Europese auto-industrie halveren“, waarschuwt Oliver Zipse, CEO van BMW.

Dezelfde boodschap van Jean-Philippe Imparato, directeur van Stellantis Europe: “Ik kan u vertellen dat de doelen voor 2035 niet haalbaar zijn. De markt dreigt in te storten.

De leidinggevenden noemen een cruciaal argument: de vraag blijft achter. Klanten, ontmoedigd door de kosten, actieradius, laadinfrastructuur en fiscale onzekerheid, stormen niet massaal naar elektrische modellen. “Klanten vertellen ons dat het tempo dat we voor ogen hadden gewoon te snel is. Drie jaar geleden voorspelden experts dat de elektrische markt in 2025 30% zou zijn. We zitten op 17%!“, beklaagt Xavier Martinet, CEO van Hyundai Motor Europe.

Oliver Zipse © BMW Group

We hebben onze productplannen gebaseerd op een scenario dat destijds realistisch leek“, legt Florian Huettl uit, CEO van Opel. “Maar geleidelijk is de kans dat het werkelijkheid wordt afgenomen. Ondanks een mooie vooruitgang van elektrisch rijden, is het niet genoeg.

Een stagnerende markt, een afwachtende politiek

Geconfronteerd met deze vertraging roept de industrie nu naar Brussel. De Europese Commissie heeft ingestemd om “zo spoedig mogelijk” de geplande verbod op verbrandingsmotoren in 2035 te herzien. Een verschuiving gesteund door Berlijn: de kanselier Friedrich Merz vraagt om meer “flexibele en pragmatische” regelgeving.

Fabrikanten benadrukken dat het niet gaat om het verwerpen van de transitie, maar om het aanpassen van de snelheid. Hun investeringen in elektriciteit gaan door – wat elke dag zichtbaar is met een continue stroom van nieuwe of op productie insiders afgestemde concepten. Maar de sector vreest dat het door de EU opgelegde dwingende tempo hem tegen een muur laat lopen.

Een elektrische droom die voor sportmerken vervaagt

Deze desillusie bereikt zelfs de top van de piramide: de luxe- en sportmerken, die geacht worden de technologische etalage van volledige elektrificatie te zijn. De mechanische emotie, lichtheid en het geluid – essentiële elementen van autorijden plezier – vertalen slecht naar de wereld van kilowattuur. Verschillende fabrikanten geven in besloten kring toe dat elektriciteit niet verenigbaar is met de sportieve filosofie: te zwaar, te stil, te glad.

Mercedes-Benz EQS, Modelljahr 2024 © DR

Maserati had vorig jaar al afgezien van haar geheel elektrische hypercar project. Ferrari stelt de lancering van haar tweede elektrische model sine die uit, aangezien de vraag naar luxe EV’s als onvoldoende wordt beoordeeld. Porsche, een pionier met de Taycan, heroriënteert zich op verbrandingsmotoren en plug-in hybrides. Mercedes ondervindt moeilijkheden bij de verkoop van haar EQS.

Een kloof tussen politieke visies en industriële realiteit

Het debat onthult een groeiende spanning tussen twee temporaliteiten: die van het klimaatbeleid en die van de markten.

Voor NGO’s zoals Transport & Environment, zou het terugkomen op de Europese doelen gelijkstaan aan “jezelf in de voet schieten“. “Het verzwakken van de Europese doelen voor autofabrikanten en het vertragen van de elektrificatie leidt tot het ondermijnen van de inspanningen die zijn geleverd“, ervaart Lucien Mathieu, hoofd “auto’s” bij de organisatie.

Maar voor fabrikanten is urgentie elders: de koers aanpassen voordat je schade oploopt.

Een slecht geïntegreerde overgang kan averechtse effecten hebben: minder verkopen, onderbenutte fabrieken en een vertraging van investeringen. “We vragen niet om een stap terug, maar om een aangepast tempo dat beter bestaat met de werkelijkheid. We veranderen onze strategie niet“, dringt Xavier Martinet (Hyundai Motor Europe) aan.

Aangepast tijdschema

De elektrische auto is niet dood, verre van dat. Maar de aanvankelijke euforie maakt plaats voor een industriële realiteit. De komende maanden zullen bepalend zijn: tussen politieke druk, economische beperkingen en ecologische eisen, zoekt Europa naar een nieuw evenwicht.

© DR/Shutterstock.com

Tijdens een bijeenkomst met de belangrijkste spelers van de Europese auto-industrie heeft de Europese Commissie aangekondigd om “zo snel mogelijk” de geplande verbod op de verkoop van nieuwe verbrandingsvoertuigen binnen de Unie in 2035 te herzien. Ursula von der Leyen benadrukte op Twitter dat deze herziening bedoeld is om “te waarborgen dat Europa voorop blijft lopen in auto-innovatie“. De aankondiging komt in een context waarin fabrikanten al soepelere CO2-normen hebben verkregen, waardoor de implementatie met drie jaar, tot 2027, kan worden uitgefaseerd. Dit reflecteert de spanningen tussen milieudoelen en industriële werkelijkheden.

De elektromotor, een symbool van moderniteit, heeft geen gebrek aan kracht. Maar het is nu de collectieve wil om het vooruit te stuwen die lijkt te moeten worden herladen.

Latest article