België mag klein zijn, maar levert geregeld groot talent dat internationaal doorbreekt. Regisseur Tim Mielants is daar een schoolvoorbeeld van. Met de komst van STEVE, zijn nieuwe film met in de hoofdrollen Cillian Murphy, Tracey Ullman en Emily Watson, was dit hét moment voor Forbes België om de camera’s even om te draaien en te kijken naar het vakmanschap van de regisseur zelf.
Mielants (°1979) bouwde zijn carrière stap voor stap op vanuit België. Na zijn opleiding aan Sint-Lucas in Brussel, waar hij vooral in aanraking kwam met art house cinema, volgden kortfilms, reclames en televisie. ‘Die art house-focus heeft me deels gevormd. Het ging niet enkel om mainstream vertellen, maar om experiment, om alternatieve cinema. Daar heb ik veel van geleerd. Die invloed neem ik nog altijd mee, zelfs in mijn mainstream werk.’
Vanuit Vlaanderen rolde hij in internationale producties: politiedrama’s, de BBC-reeks The Tunnel, en uiteindelijk Peaky Blinders, waar hij seizoen drie mocht regisseren. Nadien volgden De Patrick, internationale series in de VS en speelfilms als Small Things Like This. ‘Ik heb veel kansen gekregen van het VAF en de VRT. Ik heb een goede opleiding gehad en ik ben daardoor zwaar beïnvloed door de grote meesters van de filmgeschiedenis.’
Steve
Steve, dat op 19 september in een beperkt aantal zalen in première ging en vanaf 3 oktober wereldwijd te zien is op Netflix, is gebaseerd op de roman Shy van Max Porter. Het verhaal speelt zich af in de jaren ’90 en volgt één dag in het leven van schoolhoofd Steve (Cillian Murphy) op een hervormingsschool die dreigt te sluiten. Terwijl hij vecht voor het voortbestaan van de school, worstelt hij met zijn eigen mentale gezondheid. Parallel zien we Shy (Jay Lycurgo), een getroebleerde tiener die balanceert tussen destructie en hoop.
Tekst gaat verder onder de foto.

De cast is indrukwekkend: naast Murphy zijn er onder anderen Tracey Ullman, Emily Watson en Simbi Ajikawo (Little Simz). Het project werd volledig gefinancierd door Netflix. ‘Het ging heel snel’, zegt Mielants. ‘Ik had net Small Things Like This gedaan met Cillian, ik was die nog aan het monteren, en ondertussen lag het script van STEVE klaar. We hebben het vorige zomer gedraaid en gemonteerd. In ongeveer een jaar was het rond. Dat is snel voor een film.’ Dat had ook te maken met zijn vertrouwensband met Murphy. ‘We vertrouwen elkaar, en dan kan je snel werken.’ Het duo ontmoette elkaar tijdens de opnames van het derde seizoen van Peaky Blinders in 2016. De verstandhouding was meteen uitstekend en groeide al snel uit tot een hechte vriendschap.
Production value
Wanneer hij een script vertaalt naar een productieplan, kijkt hij niet in de eerste plaats naar geld of cast. ‘Ik kijk naar wat ik denk dat een goede film kan worden. Waar het hart van de film ligt. En dan probeer ik er production value in te steken. Dingen die indruk maken. Drone shots, vliegende camera’s… je kiest waar je in investeert. Maar dat betekent ook dat je dan elders wat bescheidener moet zijn.’ De badkamerscène waarin Cillian Murphy bijna bewusteloos onder water raakt, is zo’n moment waar in geïnvesteerd is naar zijn zeggen. Aan de hand van CGI wordt er met water in de scene gespeeld. ‘Ik had dat beeld getekend. Dat zorgt dat je dichter bij het personage komt, dat je zijn interne wereld voelt. Ik pitch dat idee, en dan is het aan de producers of ze mee willen. Ze vonden het mooi en zijn ervoor gegaan. Producenten weten dat zulke scènes het verschil kunnen maken.’
Tijd is de grootste kost
Volgens Mielants is tijd de echte kost bij het maken van een film. ‘Een ploeg van dertig, veertig, soms honderd mensen elke dag betalen, dat loopt snel op. Tegelijk is voor mij tijd het meest waardevolle. Ik probeer daar nooit op te besparen. Je hebt tijd nodig om iets verkeerd te doen, om acteurs te brengen waar ze moeten zijn. Het publiek voelt wanneer ze verwend worden.’ België speelt in dat opzicht een rol als draaischijf. Dankzij de tax shelter en de vele internationale producties die hier neerstrijken, zijn crews van hoog niveau. ‘Ik werk graag met mensen die ik ken en vertrouw, zoals Robrecht Heyvaert, mijn director of photography. Hij is van het hoogste internationale niveau en woont dicht bij mij. Ik ben graag bij mijn gezin en werk dus ook graag vanuit huis. Daarom kies ik vaak voor een cameraman die in de buurt woont, zodat ik niet voortdurend in het buitenland hoef te zijn. Ook de postproductie, zoals de montage, doe ik zoveel mogelijk thuis. Sinds de pandemie kan dat ook: ik kon toen al veel voorbereidingen en nabewerking vanuit België doen, terwijl ik enkel voor de draaidagen zelf heen en weer vloog.
Tekst gaat verder onder de foto.

Documentaire-achtergrond
Zijn documentaire-achtergrond sijpelt nog altijd door. Dat bleek ook in de samenwerking met schrijver Max Porter. ‘Max schrijft heel onconventioneel, hij had nog geen films geschreven. Ik stelde voor om een documentaireploeg in te zetten, en hij schreef allerlei interviews uit. Daarna hebben we twee weken gerepeteerd met de jongens die in de film meespelen. Zij spelen eigenlijk deels zichzelf. Max herschreef het script opnieuw op hen. Ik bracht mijn beelden en ideeën in, zoals het water en de camerabewegingen. Het is volledig in samenwerking gemaakt. Dat documentaire-element, dat observerende, zit daar sterk in.’
Belgische kern, internationale sterren
Voor de camera koos hij voor grote internationale namen. ‘Naast Cillian ook Tracy Ullman, die in de VS heel bekend is, en Lil Sims, nummer één in de rapwereld. Dat zijn grote sterren, misschien vooral aan de andere kant van de oceaan. Maar ik vind dat belangrijk: je wil mensen uit de zaal lokken, en dat lukt vaak met grote namen.’ Achter de camera kiest hij voor vertrouwde mensen. ‘Tarkovsky vergelijkt een film maken met naar het slagveld gaan en oorlog voeren. Dan wil ik een ploeg die ik ken. Met hen kan ik het aan.’

Technologie en AI
Innovatie is overal in de filmwereld. Maar voor AI is hij bang. ‘Ik heb schrik dat het de nieuwe generatie lui maakt. Als assistent kan het nuttig zijn: om iets op te zoeken, of om een berekening te doen, bijvoorbeeld bij CGI. Maar als het ideeën of emoties moet vervangen, heb ik er schrik van. Het verrast me niet, het geeft geen dieper gevoel van ervaring. Kunst gaat over eerlijk en subjectief zijn. Dat blijft eigen aan mensen. Als het bijvoorbeeld een film is die gaat over ouders die een kind verliezen, dan vraag ik mij af hoe AI die ervaring en dat gevoel volledig kan neerschrijven.’ Om tot frisse ideeën te komen, combineert Mielants zelf oude technieken met nieuwe. ‘Voor STEVE ben ik terug naar de jaren ’90 gegaan, ook qua technieken. Dat geeft verrassende ideeën. Soms werkt het beter om terug te grijpen naar het verleden, the best of the old and the best of the new. Ik was zelf 16 in 1996, dus net als de jongens in de film. Ik heb mij er dus goed in kunnen verplaatsen. Het was een soort nostalgische terugkeer naar die periode.’
Geen ambitie als strategie
Als Belgische regisseur die internationaal naam maakt, klinkt antwoord op de vraag welke strategische beslissing in zijn carrière de beste was, opvallend: ‘Het gaat raar klinken, maar ik zou zeggen: geen ambitie hebben. Elke keer dat ik dacht: nu ga ik internationaal doorbreken, marcheerde dat niet. Toen ik zei: het hoeft allemaal niet meer, ik ga gewoon doen wat ik graag doe, was ik vertrokken. Het is de liefde voor je vak die je ergens brengt. Niet ambitie, niet geld. Ambitie om de ambitie brengt je vaak op een verkeerd spoor.’ En zo staat hij er nog steeds in. ;Als je goed bent in wat je doet, kom je er wel. Dat geldt in elk vak.’
Steve is vanaf 3 oktober wereldwijd te zien op Netflix.