Het is een primeur in de Belgische vastgoedgeschiedenis. Volgens de nieuwe gezamenlijke studie van Belfius Bank en Immoweb koopt tegenwoordig meer dan de helft van de starters alleen. Tussen januari en augustus 2025 werden 54% van de hypothecaire leningen voor een eerste aankoop door een alleenstaande aangevraagd, tegenover 46% door koppels. Een verschuiving die een diepgaande maatschappelijke, economische en stedelijke verandering onthult. En die enkele belangrijke verschillen benadrukt tussen de regio’s en grote steden van het land.
Lange tijd in de minderheid, staan solo-kopers nu centraal in de vastgoedmarkt. Hun opkomst weerspiegelt een belangrijke demografische ontwikkeling: ‘Volgens Statbel vertegenwoordigen eenpersoonshuishoudens tegenwoordig 36,3% van de Belgische bevolking, tegenover 30% in 1995’, herinnert Yousra Dahraoui, woordvoerder van Immoweb. Tegelijkertijd blijft de gemiddelde grootte van huishoudens afnemen, van 2,43 mensen dertig jaar geleden tot 2,25 in 2025.
De grote steden in het hart van de transformatie
Deze levensstijlverandering heeft directe gevolgen voor de manier waarop Belgen toegang krijgen tot eigendom. ‘In 2025 zijn meer dan de helft van de kredietaanvragen voor het kopen van een eerste woning door alleenstaanden aangevraagd, het is echt een historische mijlpaal’, benadrukt Ruben De Winne, Product Manager Hypothecair krediet bij Belfius Bank. ‘Het is geen uitzondering, het is een nieuwe norm. We merken dat alleenstaanden, gescheiden of weduwnaars nu meer durven investeren in vastgoed solo’, vervolgt hij. Is deze trend structureel of puur conjunctureel? ‘We hebben nog niet de perspectief om dat met zekerheid te stellen, maar we hebben sterk de indruk dat het een structureel fenomeen is’, dringt hij aan.
Het fenomeen is vooral zichtbaar in de grote steden, echte laboratoria voor de evolutie van de markt. In Brussel, Antwerpen en Luik koopt bijna zeven op de tien starters tegenwoordig alleen. In de rest van het land blijft de verhouding hoog: gemiddeld één op de twee dossiers in Vlaanderen en Wallonië. ‘Stedelijke centra concentreren een mobielere, beter opgeleide bevolking die vaak ook financieel onafhankelijker is. Dit zijn de profielen die perfect bij solo-aankopen passen’, analyseert Ruben De Winne verder.
Stabiele inkomens, beperkte koopkracht
Op financieel vlak onderscheiden deze kopers zich door een licht hoger dan gemiddeld inkomensprofiel. Het mediane inkomen van solo-starters bedraagt 2.500 euro netto per maand, vergeleken met 2.300 euro per persoon bij koppels. Maar ondanks dit positieve verschil blijft de koopkracht beperkt: zonder dubbel inkomen neemt het leenvermogen logischerwijs af.
Als gevolg daarvan vertegenwoordigen solo-kopers slechts 43% van het totale bedrag aan hypothecaire leningen verstrekt door Belfius, tegenover 57% voor aankopen door twee personen. Wat betreft de quotiteit (het deel van de prijs van het goed dat door de lening wordt gefinancierd), dekt 20% van de leningen aangegaan door solo-kopers meer dan 90% van de prijs van het goed, tegenover 33% voor aankopen door twee personen. ‘Een woning financieren als alleenstaande houdt natuurlijk enkele uitdagingen in’, verklaart Ruben De Winne. ‘Aangezien er slechts één inkomen is om de lening terug te betalen, kunnen alleenstaanden over het algemeen minder lenen en moeten ze over een groter eigen vermogen beschikken. Dit resulteert in een lagere gemiddelde quotiteit: 20% van de solo-leningen overschrijdt 90% van de prijs van het goed, tegenover 33% voor aankopen door twee personen.’
Het verschil is ook merkbaar in het type goed dat wordt gekocht: de mediane prijs bedraagt 240.000 euro voor een alleenstaande, tegenover 338.000 euro voor een koppel, een verschil van bijna 100.000 euro. In Brussel is het verschil nog groter, een directe consequentie van de druk op de prijzen en de kosten van levensonderhoud in de hoofdstad.
Het appartement, symbool van stedelijke onafhankelijkheid

Minder middelen, maar niet minder ambitie: solo-kopers kiezen voor kleinere, centralere en vaak nieuwere woningen. Gemiddeld verwerft een solo een appartement van 77 m², terwijl een duo kiest voor een huis van 162 m². ‘De mediane koopprijs in 2025 komt gemiddeld overeen met een huis van 162 m² voor een duo en een appartement van 77 m² voor een solo-aankoop’, preciseert Jonathan Frisch, econoom bij Immoweb. Deze keuze is niet alleen een budgettaire beperking: het weerspiegelt een verandering in levensstijl. ‘Het type gehuis koopt niet enkel afhankelijk is van het profiel van de koper, maar ook van het beschikbare vastgoedaanbod’, vervolgt de econoom. ‘In de grote steden domineren appartementen de markt en herkennen solo-kopers zich daarin: ze willen een functionele ruimte, goed gelegen, vaak dicht bij vervoer en voorzieningen’.
In Brussel kiest 94% van de alleenstaanden voor een appartement, vergeleken met 79% van de koppels. In Antwerpen bestaat bijna 70% van het vastgoedaanbod uit appartementen, wat dezelfde dynamiek versterkt. In Waalse steden zoals Charleroi of Namen blijft het huis echter de norm. Bijna 80% van de solo-kopers investeert daar in een eengezinswoning, profiterend van goedkopere vierkante meterprijzen.
Een weloverwogen levensproject, vaak vooruit gepland
Regio per regio vertellen de cijfers hetzelfde verhaal met lokale nuances. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn solo-kopers in de meerderheid (67%), met een mediane prijs van 256.000 euro en een mediaan inkomen van 2.780 euro. In Vlaanderen bereikt het aandeel 52%, met een hoger gemiddeld budget van 265.000 euro. In Wallonië zit de trend ook in de lift, met 52% en een mediane prijs van 190.000 euro. In sommige steden is de verschuiving nog duidelijker: 69% solos in Antwerpen, 67% in Luik, 63% in Charleroi en 59% in Namen. In Oostende en Mechelen is het aandeel ook meer dan 60%. Overal zijn dezelfde drijfveren werkzaam: betaalbaardere prijzen in kleinere steden, economische dynamiek in grotere, maar ook een meer individueel woningbezit. ‘De koopkracht is lager in Wallonië, maar de prijs per m2 zorgt ervoor dat Waalse kopers woningen van dezelfde grootte kunnen kopen als in Vlaanderen’, benadrukt Jonathan Frisch.
‘Vastgoed kopen is niet langer een exclusief huwelijksproject, dat is duidelijk’, observeert Ruben De Winne. ‘Het is een persoonlijk project geworden, vaak goed doordacht, soms al vroeg in de carrière gepland. Veel jonge werkenden geven de voorkeur aan individueel investeren boven wachten op de stabiliteit van een relatie of gezin.’ Deze verschuiving is des te interessanter omdat het gepaard gaat met een bijna gelijkheid tussen de geslachten: 51,2% van de solo-kopers zijn mannen en 48,8% vrouwen.
De nieuwe realiteiten van een veranderende markt
Voor de spelers in de sector vereist dit paradigma snelle aanpassing. Het aanbod zal nu beter moeten voldoen aan de verwachtingen van deze onafhankelijke kopers: compactere woningen, centrale locaties, beheersbare budgetten en hoge energiecriteria. ‘Solo-kopers zoeken vaak een instapklare woning, die weinig onderhoud vereist en eenvoudig te beheren is’, analyseert Jonathan Frisch. ‘Dit is een snelgroeiend marktsegment, dat projectontwikkelaars ook dwingt hun projecten te herzien: minder grote familiecomplexen, meer woningen geschikt voor een of twee personen’.
De studie van Belfius en Immoweb toont aan dat solo-aankoop niet langer een teken van beperking is, maar een keuze voor autonomie en financiële zekerheid. In een context van hoge prijzen en opnieuw redelijkere hypothecaire tarieven beschouwen veel Belgen alleen kopen nu als een manier om persoonlijk vermogên op te bouwen. ‘Deze verschuiving weerspiegelt een diepe verandering in de Belgische samenleving’, concludeert Ruben De Winne. ‘Vastgoed is steeds meer een individuele onderneming, een daad van emancipatie. Alleen kopen is geen uitzondering meer, het is een moderne realiteit.’
