Inschrijven nieuwsbrief

Abonnement Magazine

Hoe militaire ervaring een troef kan zijn voor bedrijfsleiders

“Word reservist!” Met die oproep wil minister van Defensie Ludivine Dedonder de Belg warm maken om zich, minstens een paar dagen per jaar, te engageren voor Defensie. Voor velen betekent zo’n reservestatuut dat ze elk jaar minstens zeven werk-, verlof- of weekenddagen moeten opgeven voor zo’n engagement. Maar wat haal je daar nu uit? En kan zo’n engagement jouw civiele carrière ook vooruit helpen?

Alex Gorsky (Johnson & Johnson), Frederick Smith (FedEx), Robert MacDonald (Procter & Gamble) en James Skinner (Walmart en McDonald’s) hebben op het eerste zicht weinig gemeen. Toch is er één ding dat deze top-CEO’s bindt: hun verleden in de Amerikaanse strijdkrachten. In de jaren 80 hadden maar liefst 59 procent van de CEO’s van de grootste Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven een militaire achtergrond, zo blijkt uit een onderzoek van Kellogg School of Management. In 2013 was dat aantal teruggezakt naar 6,2 procent.

Onvervangbare ervaringen

Het onderzoek schuift echter naar voor dat die militaire ervaring nochtans goed van pas komt bij bedrijfsleiders. Dat is uiteraard ook in België zo. “Je wordt gepusht om altijd de lat hoger te leggen. Dat zijn onvervangbare ervaringen die je opdoet en die je de rest van je leven helpen. Pas als je naar de civiele sector gaat, merk je hoe bijzonder dat is”, zo zegt Karel Joos. Hij trok als 14-jarige naar de kadettenschool, en ging nadien bij de Genie, waarmee hij onder meer drie maanden naar Somalië trok. Ondertussen is Joos, na omzwervingen in de public relations en politieke kabinetten, hoofd van de Belgische tak van Dentons Global Advisors.

“Je blijft onder moeilijke omstandigheden heel kalm, je schat de situatie in, maakt een plan, voert dat uit en begint niet te panikeren. Dat is ook belangrijk in de bedrijfswereld en de politiek”, vertelt Joos nog. Ook Nicolas Breuer, die afstudeerde als marineofficier en vandaag nog steeds actief is bij de reserve, zegt hetzelfde: “Mijn militaire ervaring zorgde voor discipline, planningsvaardigheden en een focus op doel. Militair of reservist is een beetje een kwaliteitslabel, een bewijs van integriteit en goed gedrag. Ook maakte het leger mij meertalig: ik deed mijn examens in het Duits, sprak Frans in mijn eenheid, Engels op NAVO-niveau en studeerde nog Nederland”, zo vertelt Breuer. 

Na zijn actieve fase bij Defensie timmerde hij aan zijn carrière in binnen en buitenland. Zo studeerde Breuer ook af aan Solvay en Harvard, en werkte hij tot 2014 in Rusland. Vandaag is de reservist hoofd Business Development, verantwoordelijk voor de regio Europa, de voormalige Sovjet-landen en het Midden-Oosten, bij een van de wereldleiders op het gebied van pharmaceutica. “In de raad van bestuur zitten we met 12; 11 daarvan zijn officieren, actief of in de reserve. Het zijn mensen die precies zijn en een heel goede tucht en discipline hebben. De mentaliteit is dezelfde, we kunnen heel goed en snel samenwerken. Een ploeg vormen gaat veel sneller met mensen die vroeger in het leger zaten”, deelt Breuer zijn ervaringen.

Snel schakelen

Ook Antoon Boeykens kon al teren op zijn militaire ervaringen. Hij verliet de Belgische Defensie in 2020, na 15 jaar in verschillende functies als burgerlijk ingenieur. Zo was hij nog  systeembeheerder voor de F-16-gevechtsvliegtuigen, waarmee hij enkele maanden doorbracht op de luchtmachtbasis in het Afghaanse Kandahar. Enkele jaren geleden maakte hij de overstap naar de privésector, waar hij aan de slag ging bij zwembadaannemer LPW Pools.

Niet lang na zijn aankomst, kreeg het bedrijf met COVID-19 een forse uitdaging op het bord. “Enkele van onze werknemers belden ziek af, tot er maar weinigen overbleven. Maar je werkt wel tegen een deadline, dus dan moesten we even snel schakelen. Daarbij helpt een militaire mindset wel”, vertelt hij. “Ik denk dat het vooral in zo’n omstandigheden is waar je het verschil kan maken.” 

Snel schakelen in crisissituaties, dat is ook een van de vaardigheden die Thomas Lambert aanscherpte bij Defensie. Lambert is vandaag ambassadeur van België in Luxemburg, en daarnaast reservist bij de Belgische Marinecomponent. “Ik vergelijk de ambassade wel eens met een klein schip.”

Waar legt Lambert dan zoal de nadruk op? “Logistiek en planning is superbelangrijk. Als er een delegatie over de vloer komt, maken wij een draaiboek. Dat is zeer hard militair geïnspireerd. We rekenen heel veel zaken die kunnen misgaan, en werken scenario’s uit zodat er altijd een backup is. Dat gaat zelfs tot de positionering van de voertuigen. In de ogen van collega’s overdrijven we waarschijnlijk, maar dat is wel echt belangrijk. Wij denken ook meer in termen van contingency: als er iets misloopt, hoe lossen we dat op?”

En dat Lambert naast zijn ambassade ook wat tijd vertoeft op een marineschip, zullen de werknemers geweten hebben. “Ik hecht veel belang aan veiligheid en beveiliging. Onze gangen zijn ook altijd proper, een rechtstreekse vertaling van wat er aan boord van een marineschip gebeurt: alles moet vast hangen, je moet altijd een vlotte doorgang hebben.”

Latest article